Aangeboden door Kollenburg Antiquairs BV
De Verzoeking van de Heilige Antonius Abt
Catalogusnoot
Met dank aan prof. dr. Bernard J.H. Aikema, Universiteit van Verona, gespecialiseerd in de geschiedenis van de schilder- en tekenkunst in Noord-Italië tussen de 15de en 18de eeuw en expert op het gebied van de Europese Renaissance, voor zijn vriendelijke hulp bij het catalogiseren van het huidige schilderij op basis van foto's.
Dit zeer interessante schilderij is een emblematisch werk van de in Augsburg geboren schilder Joseph Heintz de Jongere. Prof. Dr. Aikema stelt zelfs dat het huidige werk een uitstekend werk vormt binnen het oeuvre van Heintz II. Joseph Heintz de Jongere was de zoon van de hofschilder van keizer Rudolf II, ook oseph genaamd, en bracht het grootste deel van zijn carrière door in Venetië. Hij ontwikkelde een zeer persoonlijke stijl en specialiseerde zich in twee innovatieve genres: ten eerste capriccio's of capricci en topografische voorstellingen, vaak van speciale historische gebeurtenissen, en ten tweede – en nog typischer voor Heintz II – bovennatuurlijke scènes van hekserij, monsterlijke wezens en magie, terug te voeren op de manier van de invloedrijke vroege Nederlandse meester Hieronymus Bosch. Het huidige werk is een fraai voorbeeld van de laatste categorie.
De afgebeelde scène vormt een harmonieuze en evenwichtige compositie. In het midden wordt de heilige Antonius Abt afgebeeld, die een donkere habijt draagt en zijn blik aandachtig gericht houdt op een boek voor hem, terwijl hij met zijn linkerhand een kruisbeeld vastgrijpt. De vrome heilige wordt aangevallen door een satyr, die met geweld aan de kap van zijn habijt trekt en op het punt staat om de oude monnik met een knuppel te slaan. Hoewel Sint Antonius zich niet af laat leiden, wordt het oog van de toeschouwer gevoed naar een naakte vrouw die een spiegel in haar hand houdt, en een licht focuspunt vormt binnen de verder vrijwel donkere compositie. Achter haar staat een demon met het hoofd van een bok, die uit een mand rijkdommen uitstort voor de kluizenaars. Deze bovennatuurlijke manifestaties proberen Antonius over te halen om een losbandig leven te leiden, maar door zijn sterke geloof slaagt hij erin deze verleidingen te weerstaan. Niet alleen de grond, maar ook de lucht is gevuld met monsters en fantastische wezens, omringd door vliegende bollen en bliksemschichten. Ditzelfde picturale element gebruikt Heintz II in Allegorie van de Apocalyps, bewaard in de collectie van het Kunsthistorisches Museum, Wenen (zie afb. 1).
Deze nogal sinistere scène wordt bevolkt door verschillende fantastische figuren en demonische wezens, die gruwelijke wreedheden begaan. Interessant is dat enkele voorstellingen overeenkomen met specifieke iconografische kenmerken en attributen die verband houden met de heilige Antonius Abt. Het varken rechtsonder in de compositie, dat – net als Antonius zelf – wordt gekweld door wrede monsters, is een iconografisch attribuut van zowel de heilige als de naar hem vernoemde monastieke orde. De monniken van Sint Antonius zorgden voor de zieken van de stad en in ruil daarvoor mochten ze hun varkens vrij door de straten laten zwerven. Als zodanig lijkt er een interessante herhaling van dit iconografische thema verwerkt te zijn binnen de afgebeelde scène. Heintz II lijkt daarnaast mogelijk nog een tweede iconografische herhaling te hebben verborgen. Sint Antonius wordt vereerd als de heilige die bescherming biedt tegen zowel menselijke als dierlijke epidemische ziekten, met name de ziekte die bekend staat als Antoniusvuur, ook wel ‘ergotisme’ of ‘kriebelziekte’ genoemd. In de rechterbovenhoek woedt een verslindend brand die een stad consumeert. Het fel brandende vuur onderstreept niet alleen de vergankelijkheid van wereldse goederen en ijdelheid, maar is ook een specifiek iconografisch attribuut dat doorgaans wordt geassocieerd met de heilige Antonius.
Biografie en oeuvre
Joseph Heintz de Jongere, ook bekend als Giuseppe Enz(o) il Giovane, werd waarschijnlijk rond het jaar 1600 in Augsburg geboren als zoon en leerling van de Zwitserse schilder, tekenaar en architect Joseph Heintz de Oude (1564-1609), die hofschilder was van de Heilige Roomse keizer Rudolf II. Tot ver in zijn eigen carrière, kopieerde Heintz II de schilderijen van zijn vader. Later zou hij de stiefzoon en leerling worden van Matthäus Gundelach (ca. 1566-1654), met wie zijn moeder Regina Gretzinger hertrouwde. Net als Heintz de Oudere was Gundelach ook hofschilder van keizer Rudolf II. Na de dood van de keizer in 1612 bleef Gundelach in Praag in dienst van keizer Matthias. Hij verliet het hof in ca. 1615 en trok naar Stuttgart, waar hij enige tijd in dienst was van de hertog van Württemberg, waarna hij zich uiteindelijk in 1617 in Augsburg vestigde.
Joseph Heintz de Jongere was actief in Augsburg van 1617 tot 1625, waarna hij naar Italië reisde, waar hij zowel in Rome als in Venetië woonde. Hoewel Heintz II het grootste deel van zijn tijd in Venetië lijkt te hebben doorgebracht, bracht hij in de jaren 1630 of 1640 waarschijnlijk ook langere periodes door in Rome, waar vóór het jaar 1644 paus Urbanus VIII hem verhief tot Ridder van de Gouden Sporen. In Venetië zou hij blijven tot zijn dood in 1678, op de leeftijd van ongeveer 78 jaar. Als zodanig besloeg zijn lange carrière bijna zeven decennia.
Heintz onderscheidde zich van zijn tijdgenoten met zijn revolutionaire voorstellingen, zoals het huidige werk, geïnspireerd op de geschilderde en in druk uitgebrachte werken door Hieronymous Bosch, Pieter Brueghel de Oude en Jacques Callot. Heintz oeuvre omvat religieuze voorstellingen, portretten en – naar de smaak van de keizer – erotische mythologische thema's, zoals de huidige compositie. Deze werken waren aanvankelijk zeer gevraagd. In vrijwel al zijn werken werkt Heintz II met het beeldend effect van licht en donker, volgens de typisch Italiaanse canonieke modus die bekend staat als chiaroscuro, het gebruik van grote contrasten in licht die tevens als compositorisch element dienen.
Voor de moderne toeschouwer heeft de huidige voorstelling wellicht een bijna blasfemische thematiek. Dergelijke beelden waren echter niet zeldzaam in het Venetië van het midden van de zeventiende eeuw. Heintz II stond bekend om zijn Stregonerie, ofwel scènes met hekserij of magische praktijken; een categorie schilderijen die in Venetië gretig werden verzameld in het midden van de zeventiende eeuw. Dit kan worden gedestilleerd uit de lof die deze categorie werken ontving van de gezaghebbende contemporaine Venetiaanse criticus Marco Boschini (1602-1681) in zijn La carta del navegar pitoresco (De kaart van het picturale navigeren), uitgegeven in Venetië in 1660. Heintz II moet contacten hebben onderhouden met libertijnse kringen in de stad, zoals de beroemde Accademia degli Incogniti, geleid door de patriciër Giovan Francesco Loredano, waar godslasterlijke en zelfs atheïstische ideeën werden gepropageerd in de literatuur en in afbeeldingen door kunstenaars zoals Pietro della Vecchia en, inderdaad, ook Joseph Heintz II. Als zodanig vormt dit schilderij een zeer interessant en belangrijk voorbeeld van de libertijnse culturele uitingen, voorgebracht in het Venetië van het midden van de zeventiende eeuw.
Iconografie en invloed
In de derde eeuw na Christus verkocht een jonge Egyptenaar genaamd Antonius al zijn bezittingen, gaf de opbrengst aan de armen, waarna hij de woestijn in trok om een leven van gebed en contemplatie te leiden. Zijn voorbeeld trok andere mannen naar de woestijn en uiteindelijk vormden zij de eerste christelijke monastieke gemeenschap.
De Verzoeking van de Heilige Antonius, betreffende de bovennatuurlijke verleidingen waarmee Sint Antonius de Grote zou zijn geconfronteerd tijdens zijn verblijf in de Egyptische woestijn, vormt een beroemd onderwerp binnen de Westerse kunstgeschiedenis en de literatuur. Het populaire middeleeuwse onderwerp, opgenomen in de “Gouden Legende” en andere bronnen, toont de Heilige Antonius die in de woestijn wordt verleid of belaagd door demonen in de vorm van monsters, en wiens verleidingen hij weerstaat. In de huidige compositie wordt de verleiding voorgesteld door de naakte vrouw en de rijkdommen die voor de oude kluizenaar worden gestort. Gewoonlijk wordt de heilige furieus belaagd door demonen.
Een belangrijke picturale bron voor Heintz II waren de schilderijen door Bosch. Maar liefst drie werken door deze invloedrijke schilder werden bewaard in het Venetiaanse Palazzo Ducale, het Dogepaleis. Voor wat betreft de visuele bronnen waarop Heintz zijn fanatische figuren baseerde moet men vooral denken aan grafiek, zoals de gravures naar Bosch, Pieter Brueghel of die van Giorgio Ghisi.
De huidige compositie lijkt gedeeltelijk gebaseerd te zijn op een gravure door de Franse kunstenaar Jacques Callot (1592-1635) die de Verzoeking van de Heilige Antonius verbeelde (zie afb. 2). Zo lijkt het grote vliegende monster in het midden van de compositie het voorbeeld van Callot te volgen, net als de brandende architectonische structuur rechts. Prof. Dr. Aikema wijst voorts op de invloed van prenten van Stefano della Bella (1610 – 1664).
Daarnaast zijn verschillende terugkerende thema's van motieven van Heintz II zelf terug te vinden. Zo is de lucht gevuld met monsters en demonische wezens, omringd door vliegende bollen en bliksemschichten. Heintz II gebruikte dit zelfde picturale middel in Pluto keert terug uit Tartarus, bewaard in de collectie van het Městské muzeum, Mariánské Lázně, Tsjechië (zie afb. 3). Ook verkende hij het thema van een vastgebonden wild hier – in dat geval een stier – en vuurwerk in een schilderij met als voorstelling Giovedi Grasso tijdens het Carnaval in Venetië. De wonderlijke monsters lijken sterk op die welke zijn afgebeeld op A Witchcraft Scene, toegeschreven aan Heintz II (zie afb. 4), dat ook kleine spinachtige, Bosch-achtige monsters bevat.
Omdat slechts weinig van zijn werken gedateerd zijn, is het lastig een nauwkeurige datering te doen. De fijne kwaliteit van het huidige werk wijst er echter op dat het in zijn latere en meer ontwikkelde periode is uitgevoerd, en kan als zodanig worden gedateerd in het derde kwart van de zeventiende eeuw.
Site by Artimin