Over Jo Koster (Kampen, Ov. 1869-1944 Heelsum, Renkum):
De Overijsselse Jo Koster is tegenwoordig weinig bekend. Toch was zij een veelzijdig kunstenares die schilderde, tekende, etste en lithografeerde. Als kunstnijveraarster richtte Koster zich tevens op broderie en houtsnijkunst.
Koster ging al vroeg in de leer bij de Dordrechtse kunstenaar Roland Larij (1855-1932) en studeerde aansluitend aan de Rijksnormaalschool te Amsterdam, waar zij de akte M.O. Tekenen behaalde. In Rotterdam werd ze aangesteld als lerares aan de Tekenacademie. Ze werkte drie jaar lang in Antwerpen, waar ze les kreeg van Ernest Blanc-Garin (1843-1916). Koster bekwaamde zich hier in het pasteltekenen van voornamelijk portretten en van naakten in olieverf.
In 1902 keerde Koster terug naar Nederland. Ze schilderde onder andere in Staphorst boerentaferelen op het land en interieurs. Haar werk sloot geenszins aan op de nabloei van de Haagse School of op het werk van de Larense schilders, waardoor er weinig aandacht was voor haar schilderijen. Koster hield echter vast aan haar eigen schildertrant en bleef werken in een krachtige, expressieve schildertechniek, met een vrij kleurgebruik. Haar stijl, waarin ze veel aandacht had voor het licht en overwegend werkte in een palet met donkere tonen, wordt ook wel omschreven als ‘koel luminisme’.