Aangeboden door Bruil & Brandsma
Deze buitengewone grisaille toont een groep van elf putti die het kruis ten hemel opnemen met de lijdensinstrumenten op de voorgrond. De mollige putti zijn kenmerkend voor het barokke werk van Pieter van Avont (Mechelen, 1600 - Deurne, 1652), die dit schilderij schilderde toen hij tussen 1622 en 1652 in Antwerpen werkzaam was.
Dit werk, met alle stijlkenmerken van de Vlaamse meester, is als ets gereproduceerd door een goede vriend van Van Avont: Wenceslaus Hollar (1607-1677). Deze Boheemse graficus, die het grootste deel van zijn carrière voornamelijk in Engeland werkte, vluchtte in 1646 naar Antwerpen als gevolg van de Engelse Burgeroorlog en verbleef daar tot 1652. In deze periode raakten Hollar en Van Avont goed bevriend: Catharina van 't Kint, Van Avonts tweede vrouw, werd gekozen als peettante van Hollars dochter.
De ets van Hollar (laatste afbeelding) na de huidige compositie, getuigt verder van het auteurschap van Van Avont vanwege de inscriptie die erop staat: 'Pet.(er) van Avont inven. et excud. Cum Privilegio' (Uitgevonden en uitgevoerd door Pieter van Avont. Met toestemming). Tijdens zijn verblijf in Antwerpen blijft Hollar veel etsen maken naar ontwerpen van Van Avont, waarvan de meeste originele werken verloren lijken te zijn gegaan. Bovendien is dit schilderij opgenomen in de verkoopcatalogus van François Jacques Nicole in 1783 bij veilinghuis Spruyt in Gent. In deze vroege provenance wordt het schilderij beschreven als: 'Een schoon stuksken, van boven gecirculeerd, verbeeldende de Instrumenten van de Passie Christi, met Elf Engelkens'.
Site by Artimin