Een man kijkt ons aan. Hij is gekleed in een geborduurd vest met bloemmotieven afgezet met kant en een kanten sjaal. Een rode draperie hangt om zijn schouders en over zijn arm. Dit portret is een typisch voorbeeld van een schilderij uit de succesjaren van Michiel van Musscher.
Van Musscher werd geboren in een doopsgezind gezin in Rotterdam. Volgens Houbraken, de achttiende eeuwse kunstenaarsbiograaf liet hij al op vroege leeftijd zien dat hij kunstzinnig was.
Hij was bij Martin Saagmolen, Abraham van den Tempel, Gabriël Metsu en Adriaen van Ostade in de leer. In 1660 vestigde hij zich in Amsterdam. In het begin van zijn carrière richtte hij zich vooral op genrestukken. Genreschilderkunst is echter geen specialiteit van Van Musscher geworden. Hij ontwikkelde zich al snel tot een zeer populaire portretschilder. Velen kwamen uit zijn eigen doopsgezinde gemeenschap; naast zijn familie schilderde hij prominente doopsgezinde oudsten zoals Tobias van de Wijngaert en Galenus Abrahams. Dat de doopsgezinde handelselite ook zijn weg naar zijn atelier vond, blijkt uit portretopdrachten voor de families De Neufville en Rooleeuw. Zijn klantenkring omvatte ook regent-patriciërsfamilies. Van Musscher profiteerde enorm van het gat dat viel in de Amsterdamse portretmarkt rond 1670 toen Ferdinand Bol (1616–80) stopte met schilderen en Bartholomeus van der Helst (1613–70) stierf. Zijn belangrijkste concurrent, Nicolaes Maes (1634–93), keerde in 1673 vanuit Dordrecht terug naar Amsterdam. Verschillende leden van invloedrijke Amsterdamse families zoals de Bickers, de Valckeniers en de Van Loons hebben hun portretten laten schilderen door Van Musscher. Zijn belangrijkste beschermheer in de hogere regionen van de samenleving was mogelijk 'de kunstminnende Mr. Jonas Witsen'. Het portret dat Van Musscher van Witsen schilderde, werd door Houbraken beschreven als 'uitstekend in de schilderkunst' en overtrof alle anderen.
De portretten van Van Musscher waren zo gevraagd dat hij zelfs prinselijke beschermheren aantrok, waaronder de Friese stadhouder Hendrik Casimir II en zijn vrouw, en Johan Maurits van Nassau-Siegen. Onder zijn meest prestigieuze opdrachten bevonden zich portretten van de Russische tsaar Peter de Grote en leden van zijn gevolg tijdens hun bezoek aan de Nederlandse Republiek in 1697.
Dit portret van een vooralsnog onbekende man is geschilderd in 1684. Dit was een heftig jaar voor de schilder. Zijn eerste echtgenote Eva Visscher overleed. Zij liet de schilder achter met twee kinderen, waarvan er één binnen twee maanden ook overleed. Hij bekeerde zich vlak na deze gebeurtenissen tot het remonstrantse geloof. Toch wist hij in deze zware periode meerdere portretopdrachten af te ronden. Naast dit schilderij zijn er nog enkele portretten uit 1684 bekend.
Vermoedelijk is dit schilderij in de jaren zestig in Londen geveild. Helaas is er geen afbeelding van het toen geveilde schilderij bekend. De beschrijving doet echter vermoeden dat het om dit portret gaat:
‘Portrait of a burgher, small three-quarter length, in embroidered brown coat with lace collar and cuffs, and dark red cloak, leaning on a plinth on a terrace signed and dated 1684 25 in by 21 in.’
Site by Artimin