Aangeboden door Kollenburg Antiquairs BV
Dit grote reliëf, dat de linkerzijde van een grootse Gotische Diptiek uit Parijs was, kan worden gedateerd op het tweede kwart van de veertiende eeuw, dezelfde periode waarin nauw gerelateerde diptieken uit het Victoria & Albert Museum en The Courtauld Institute worden verondersteld te zijn gemaakt. De voorstelling betreft een van de meest iconische beelden van de Gotische kunst, namelijk de Verheerlijking van Maria, waarbij de staande Maagd Maria het Christuskind op de arm draagt omringd door engelen die in de meeste gevallen kaarsen, kandelaars, of wierookvaten dragen. Maar naast de aansprekende charme van de afgebeelde individuen onderscheidt het relief zich door de diepte van het snijwerk en de in nauwgezet uitgewerkte details, zoals de driepoot kandelaars en de wijze waarop deze worden vast gehouden.
Ivoren diptieken, voorzien van een scharnier zodat ze handzaam kunnen worden gesloten, werden in de 14de eeuw vervaardigd om aan de grote vraag naar luxe maar draagbare devotionalia te kunnen voldoen. Gewoonlijk wordt de Verering van de Maagd Maria, die wordt bewierookt door engelen, gepaard aan de Kruisiging, waarbij Sint Jan en de Maagd Maria wenen aan de voet van het kruis. Op deze wijze verbond de kunstenaar twee Christelijke Mysteries: De Geboorte van Christus en Het Lijden van Christus. Deze didactische strategie zal de devote eigenaar van de diptiek niet zijn ontgaan wanneer hij contempleerde op de twee scenes in zijn of haar handen.
Hoewel de Verering van de Maagd Maria een zeer herkenbaar middeleeuws religieus icoon was, is de hoeveelheid van in ivoor uitgewerkte voorbeelden buitengewoon aanzienlijk. De compositie is hoogstwaarschijnlijk ontleend aan een voorstelling van drie staande figuren uit de Schatkamer van de Basiliek van Saint-Denis, als middendeel van een triptiek met voorstellingen van engelen op de buitenpanelen (zie Lowden, op.cit., p. 70). Tegen 1300 wordt deze voorstelling, samen met de nauw verwante Kroning van de Maagd Maria, een vaak terugkerend thema van vele ivoren reliëfs die worden vervaardigd in Parijs. Tegen die tijd worden de engelen vaker afgebeeld met vleugels en minder prominente gezichtstrekken, maar de basis van de compositie, en meer bepaald de positie van het Christuskind, blijft gelijk aan die van het hier besproken paneel. (zie Williamson/Davies, op.cit., nos. 73 & 74). De exemplaren van kort voor 1350 bevatten een zeer gelijkaardige architectuur met drie bogen waarop spitsen en engelen zonder vleugels, maar tonen meer levendige personen met intens gedrapeerde stoffen (zie Lowden, op.cit., en Williamson/Davies, op.cit., no. 86). Dit betekent dat het hier besproken paneel zelfs enigszins voor deze periode kan worden gedateerd.
Site by Artimin