Aangeboden door Kollenburg Antiquairs BV
De vaas van Chinees porselein wordt gedragen door een vuurverguld bronzen boomstronk met enkele takken die zich winden rondom de basis van de vaas. Deze wordt geflankeerd door twee achthoekige sokkels van email sur biscuit met ieder een Fô-leeuwtje. Het geheel is gevat in een vuurverguld bronzen geprofileerde geribde basis met aan de bovenkant een bladrand.
De voorkant van de vaas is gedecoreerd met twee zittende figuren op een tapijt, de achterkant met takken en bladertakken.
De vaas is voorzien van een kraantje in de vorm van een tak en heeft een opengewerkt vuurverguld deksel met bladmotief.
Fô-leeuwtjes ziet men gewoonlijk in paren: een mannelijk en een vrouwelijk exemplaar. Ze gelden in China als tempelwachters. Omdat ze gewoonlijk nogal klein zijn, kennen we de leeuwen ook als Fô-hondjes. De leeuw heeft gewoonlijk een geheven poot die rust op een of ander object (vaak een bal), de leeuwin zien we vrijwel altijd met een – tegen haar opklimmende - welp.
Parfumfonteintjes werden gebruikt om parfum of eau de toilette in te bewaren. Men besprenkelde niet alleen zijn lichaam met parfum, maar ook de kamer. In de 17e en 18e eeuw was het met de hygiëne bepaald niet geweldig gesteld en zowel mensen als huizen roken nogal onfris. Parfum werd niet alleen gebruikt om de geuren te maskeren maar was ook een absolute noodzaak om de aantrekkelijkheid van mensen en hun omgeving te verhogen.
In de 18e eeuw zette men parfumfonteintjes op kleine elegante tafeltjes in ontvangstkamers. Zowel de tafeltjes als de fonteintjes werden door marchands merciers in de handel gebracht. Marchands merciers speelden een grote rol in de handel in luxe goederen. Ze hadden contact met ontwerpers en uitvoerders, ze importeerden goederen uit het buitenland en distribueerden goederen die in Parijs en andere streken in Frankrijk werden vervaardigd.
Omdat zij zo’n goed contact hadden met ontwerpers en uitvoerders, omdat zij de goederen mochten importeren én omdat zij het recht hadden die spullen te bewerken, waren de marchands merciers bij uitstek de lieden die de wisselende mode in interieurs konden manipuleren.
Omdat het hen toegestaan was om goederen te (laten) bewerken, hadden ze ook de mogelijk om bijvoorbeeld porselein te laten monteren in vuurverguld brons. Het spreekt vanzelf dat zij daarvoor op goede voet moesten staan met de bronswerkers die dat werk voor hen uitvoerden.
Marchands merciers zaten als een spin in het web van ontwerpers, uitvoerders en kopers en op die manier controleerden zij de mode en de handel in luxegoederen in het 18e-eeuwse Parijs.
Literatuur:
Pierre Kjellberg, Objets montés, du Moyen Âge à nos jours, Paris 2000.
Carolyn Sargentson, Merchants and Luxury Markets, The Marchands Merciers of Eighteenth-Century Paris, London 1996.
Site by Artimin