De Moeder Gods van Tichvin behoort tot het Hodegetria
type, dit is de Wegwijzende Moeder Gods. Door de neiging
van het hoofd van de Moeder Gods heeft de icoon iets zeer
lieflijks gekregen en ontbreekt de strengheid die gewoonlijk
bij dit type hoort. Het ontstaan van de ‘oer’voorstelling van
de Moeder Gods van Tichvin is bekend uit verschillende
overleveringen. In het jaar 1383/86 verscheen deze ‘oer’
icoon in een onaards licht boven het water van het Ladoga-
meer aan enkele vissers en bleef aan de oever van het
riviertje Tichvinka staan. Daaraan dankt zij haar naam. Op
deze plaats is eerst een kerk en later in het jaar 1560 een
groot klooster gebouwd. De rechterhand van de Moeder
Gods is gerestaureerd. Beide gewaden zijn later verfraaid.
De feestdag van de icoon wordt gevierd op 26 juni. De
twee randheiligen op de icoon zijn links kerkvader Johannes
Chrysostomos en rechts de heilige Juliana.
