Aangeboden door Kollenburg Antiquairs BV
De console rust op twee rocaille-poten die gevormd worden door dubbele C-voluten. De poten zijn aan elkaar verbonden door het fraai gewelfde fries en de regel, die beiden gedecoreerd zijn met een a-symmetrische cartouche.
Het fries is, evenals de poten, opgebouwd uit C-voluutvormige rocailles die zich vanuit de centrale cartouche naar beide zijden over het front en de zijkanten bewegen.
De hoeken worden fraai benadrukt door de grote, in rocailles gevatte cabochons.
De evenwichtige opbouw van de console suggereert een onstaan in de jaren 1735-1745.
De voor de Rococo-periode zo tekenende a-symmetrie vinden we in de cartouches op het fries en de regel en in de fraai gesneden blad- en bloemmotieven. Een speels detail vormen de drie dieren op de regel: een kikker en twee hagedisachtigen.
Doordat het snijwerk deel uitmaakt van de dragende delen van de console, kon het grote diepte en beweging krijgen en een fraai licht-donker contrast dat nog versterkt wordt door de vergulding met bladgoud.
Consoles maakten deel uit van de vaste afwerking van interieurs. Ze waren een onderdeel van de lambrisering van een kamer en werden vaak gecompleteerd door een spiegel in een fraai gesneden lijst.
Ontwerpen voor de vaste afwerking en de verschillende onderdelen van de lambrisering werden zowel door architecten als ontwerpers of dessinateurs geleverd en door Maître-menuisiers gesneden, maar jammer genoeg niet gesigneerd. De kwaliteit van het ontwerp van deze console rechtvaardigt een toeschrijving aan Nicolas Pineau.
Nicolas Pineau (1684-1754) was de zoon van beeldsnijder Jean-Baptiste Pineau, die onder meer aan de bouw van Versailles meewerkte. Nicolas was een van de jonge talenten die met architect Alexandre Le Blond in 1716 naar St. Petersburg vertrok om daar aan de interieurs van de paleizen van Tsaar Peter de Grote te werken. Le Blond overleed in 1719 en vanaf dat moment was het Pineau die in St. Petersburg de ontwerpen voor de decoratieve afwerking leverde.
Rond 1730 kwam Pineau terug in Parijs. Zijn grote talent en vrije manier van ontwerpen, maakten hem al snel een van de meest gevraagde dessinateurs.
De introductie van de “goût pittoresque” en dus de asymmetrie in de vaste afwerking van interieurs kan grotendeels op het conto van Pineau geschreven worden. Het idee hierbij was dat het geheel van de afwerking symmetrisch moest zijn (“symétrie perspective”), maar dat bepaalde elementen (bijvoorbeeld de grillige, quasi-natuurlijke rocailles) daarin wel asymmetrisch mochten zijn (“symétrie contrastée”).
Het geheel zou zó natuurlijk moeten lijken, dat de beschouwer de eenheid van deze “a-symmetrische symmetrie” niet zou willen verstoren. Het principe van de asymmetrische symmetrie gold niet alleen voor lambriseringen, maar ook voor de specifieke elementen daarin, zoals de “meubles de menuiserie”. Consoles golden bijvoorbeeld als zodanig.
In zijn ontwerpen gaf Pineau zijn opdrachtgevers gewoonlijk de keuze uit twee varianten.
Afbeelding 1 is een ontwerp uit ca. 1735, de console werd ongetwijfeld gesneden door dezelfde Maître-menuisier die ook de lambrisering vervaardigde.
Pineau’s interieur-ontwerpen waren vanaf begin jaren ’30 uitbundig vrij, fantasievol en tegelijkertijd evenwichtig. Ze werden gekenmerkt door grillige C- en S-voluutvormige rocailles, asymmetrische cartouches, bladornamenten en bloemslingers en vaak nog extra verlevendigd door de toevoeging van dieren.
Het was dan ook geen wonder dat Pineau met de beste architecten uit zijn tijd samenwerkte (onder meer Leroux en J.-F. Blondel). Het is evenmin verwonderlijk dat die architecten zich Pineau’s ontwerpen toe-eigenden en ze lieten doorgaan voor ontwerpen van henzelf. Onderzoek en vergelijking met door Pineau gesigneerde tekeningen bracht echter de ware auteur aan het licht.
Tekeningen en ontwerpen van Pineau bevinden zich onder meer in de collectie van het Musée des arts décoratifs in Parijs. De lambrisering van het Cabinet van Peter de Grote bevindt zich nog altijd in het Grote Paleis in Peterhof. Een andere lambrisering, uit het voormalige Hôtel de Varengeville in Parijs, bevindt zich in het Metropolitan Museum of Art in New York.
Drs. Clémentine L. Diepen
Literatuur:
Peter Fuhring, Designing the Décor, French Drawings from the Eighteenth Century, Lissabon, 2005.
Fiske Kimball, The Creation of the Rococo, 2e druk, New York, 1964.
Claude-Paule Wiegand, Le mobilier français, Régence, Louis XV, Parijs, z.j.
Site by Artimin