De chaise à cabriolet, met gebogen rugleuning, was het meest geliefde model voor Frans zitmeubilair in de regeringsperiode van Louis XV vanwege de zeer comfortabele houding. Grote aantallen van chaises en cabriolet bekleedden de vertrekken van Franse notabelen en figuren als Madame de Pompadour. Ook in de rest van europa werd dit type stoel toegepast, weliswaar met inachtname van eigen conventies, en in minder omvangrijke oplage.
Door de sterke proporties en het subtiele idioom van de toegepaste rococo-ornamentiek kan verondersteld worden dat deze stoelen niet Frans zijn, maar een noordelijker oorsprong kennen. Toch is er nochtans geen directe equivalent bekend van deze set. Gezien het snijwerk kan trouwens ook aan Duitsland gedacht worden als streek van herkomst. Het is ook bijzonder dat dit ensemble nog zo compleet is. Meestal zijn deze in de loop van de jaren opgedeeld of deels verloren gegaan. Een set van deze omvang en artistieke kwaliteit is thans schaars, en daartoe afgelopen jaren niet meer op de internationale markt verschenen.
Kenmerkend voor deze set is dat het rijke, maar niet overvloedige asymmetrische rococosnijwerk op alle stoelen dezelfde richting opgaat.
Bij de aanhechting van de armleuningen wordt de overgang door een gestoken voluut met rocailles en gestylleerd acanthus opgenomen subtiel gecamoufleerd.
Voor de constructie van deze stoelen zijn vrij forse stukken notenhout gebruikt, waardoor de elegantie niet ten koste gaat van degelijkheid. De poten lopen uit een stuk door tot aan de flanken van de rugleuning waarop de kap is opgelegd. Deze kapregel is symmetrisch gelobd, maar wordt bekroond door een asymmetrisch liggende hanenkam.
De onderregel is niet voorzien van snijwerk, maar slechts subtiel geprofileerd. De zitregel daarentegen is zeer fraai gecontourneerd en centraal gesculpteerd met een schelpmotief. De sierlijke s-vormige poten zijn op de knieeen voorzien van een rocaille met afhangende bloemtak, en eindigen in een met palmet aangezette curve op klossen.
Site by Artimin