Aangeboden door Kollenburg Antiquairs BV
Dit schilderij van een man in hofkledij, toont een van de kamerheren van Louis XIV. Het schilderij is gedateerd 1654, het jaar van de kroning van Louis XIV in Reims. Links van de geportretteerde is in de achtergrond te zien hoe de vers gekroonde koning de stad Reims verlaat met zijn gevolg. Ook de kamerheer, met zijn kenmerkende ceremoniële staf, is in het gevolg te herkennen, direct naast de koning.
De geportretteerde is Jacques Antoine (geboren te La Lobe 'dit Mazarin, situé près de l'abbaye de Ligny, à une lieue de Rethel' in 1596, en overleden te Saint-Germain-en-Laye 20 mei 1677 en aldaar begraven in de kerk). Anthoine was 'officier du roi', 'garçon ordinaire de la chambre du roi' van Lodewijk XIII tussen 1642 en 1664, en heeft een manuscript nagelaten over het verloop van de konings ziekte vanaf 1643 en diens dood op 14 mei 1645. Op 2 december 1634 trouwde hij met Catherine Guignard (1618-1652), en ze kregen twee kinderen.
Jacques Anthoine verschijnt in de archieven rond 1643 en bekleedde zijn ambt tot 1677, de datum van zijn overlijden. Hij is daarmee de eerste vertegenwoordiger van een lange lijn aan het hoofd van de rang van gewone jongen, die vijf generaties duurde tot 1767 en daarmee honderdvierentwintig jaar dienst aan de koning omvatte. Jacques Anthoine was van boerenafkomst, maar wist zich aan de jonge Louis XIII voor te stellen en in diens gunst te komen. Hij bleef in de directe nabijheid van de koning werken tot diens dood. Volgens de familieoverlevering had hij "de welwillendheid van Lodewijk XIII vanaf de kindertijd van de koning, die hem van tijd tot tijd verschillende gunsten verleende en twee belangrijke functies aan zijn hof gaf. Door deze twee functies, diende hij de koning altijd, zowel binnen als buiten het koninkrijk, tijdens de oorlog en bij het huwelijk van deze koning. Toen Louis XIV gekroond werd in 1654 bleef hij de functie van kamerheer uitoefenen, hetgeen hij deed tot aan zijn dood in 1677.
Lakzegel
Op de achterzijde van het spieraam bevindt zich in rode lak een familiewapen. Het betreft het wapen van het geslacht Massias, een van oorsprong Spaanse en later Franse familie: in azuur (blauw) een gouden schuinbalk beladen met een hart van keel (rood).
Nicolas Massias (geboren te Villeneuve-sur-Lot 2 april 1764, overleden Parijs 22 januari 1848), was kolonel der artillerie, diplomaat, filosoof en letterkundige, van 1800 tot 1807 zaakgelastigde (minister plenipotentiaris) van Frankrijk aan het groothertogelijk hof van Baden en van 1807 tot 1815 consulgeneraal van Frankrijk te Danzig, en werd op 25 januari 1814 door keizer Napoleon verheven tot ‘Baron de l’Empire’. Deze titel werd op 3 februari 1819 geconfirmeerd (met erfelijke adeldom) door koning Lodewijk XVIII. Hij was getrouwd met Charlotte Böcklin von Böcklinsau. Het geslacht Böcklin voert een wapen met in keel (rood) een klimmende zilveren bok met gouden horens.
Hun zoon Charles Jules Massias, ook wel Karl von Massias, was tweede baron Massias (1801-1875) trouwde in 1831 met Luise Johanne Pauline Karoline Freiin Böcklin von Böcklinsau), dochter van Friedrich Wilhelm Karl Leopold Freiherr Böcklin von Böcklinsau (1767-1829), generaal-majoor in Badense dienst, en Caroline Freiin von Rathsamhausen. Kortom: er waren twee echtparen (vader en zoon) Massias-Böcklin von Böcklinsau. Stilistisch is het zegel waarschijnlijk eerder te dateren uit de tweede helft van de negentiende eeuw, in welk geval het zou moeten gaan om baron Charles Massias en zijn vrouw Louise Böcklin.
Site by Artimin