Franse Louis XV cartel, Jean Baptiste Baillon

Franse Louis XV cartel, Jean Baptiste Baillon

Prijs: Prijs op aanvraag

Aangeboden door Kollenburg Antiquairs BV




Het gaandwerk wordt aangedreven door een veerton en heeft een gangduur van veertien dagen. Het wordt gereguleerd door ankergang in combinatie met een slinger opgehangen aan een zijden draad. Het uurwerk heeft een tweede veerton welke het slagwerk aandrijft die de hele en de halve uren slaat op één bel. De wijzerplaat in wit emaille heeft een buitenring met minutenaanduiding in zwarte Arabische cijfers en urenaanduiding in blauwe Romeinse cijfers. Tussen de Romeinse hele uren bevinden zich zwarte fleurs-de-lys. De opengewerkte uren- en minutenwijzer zijn van vuurverguld messing. De klok is gesigneerd in het centrum: JEAN BAPTISTE BAILLON.
Ook de achterzijde van het uurwerk is gesigneerd; JB  Baillon AParis No 1918

De vuurverguld bronzen kast bestaat uit asymmetrische vormen van gestileerd acanthusblad. Aan de onderzijde bevindt zich een opengewerkt slingervenster. De gehele kast is omslingerd door een bloemenguirlande. Op de rechter zijkant van de kast staat een kraanvogel met een opgetrokken poot waarin hij een steen omklemt, als symbool van de waakzaamheid.

Baillon
Jean Baptiste Baillon III (overleden 1772) was een van de meest bekwame en innovatieve makers van zijn tijd. Zijn succes was grotendeels te danken aan zijn vermogen om een grote en bloeiende privéfabriek in Saint-Germain-en-Laye te op te zetten, die uniek was in de achttiende-eeuwse klokkenmakerij. Baillon's vader, Jean-Baptiste II (overleden 1757), een Parijse maître, en zijn grootvader, Jean-Baptiste I uit Rouen, waren beiden klokkenmakers, net als zijn eigen zoon, Jean-Baptiste IV Baillon (1752 - ca. 1773). Baillon zelf werd in 1727 toegelaten tot het gilde als maître-horloger. In 1738 zag hij zijn eerste belangrijke aanstelling als Valet de Chambre-Horloger Ordinaire de la Reine. Vervolgens werd hij vóór 1748 benoemd tot Premier Valet de Chambre de la Reine en vervolgens tot Premier Valet de Chambre en Valet de Chambre-Horloger Ordinaire de la Dauphine van Marie-Antoinette, in 1770. Hij werd in 1738 passend gevestigd op Place Dauphine en daarna in rue Dauphine in 1751.

Dankzij zijn succes vergaarde Jean-Baptiste Baillon een enorm fortuin, dat bij zijn overlijden, op 8 april 1772, werd geschat op 384.000 livres. Tegenwoordig kan men het werk van Baillon bewonderen in enkele van 's werelds meest prestigieuze collecties, waaronder de Parijse Musée du Louvre, het Château de Versailles; Neues Schloss Bayreuth; en het Metropolitan Museum in New York.

Antoine-Nicolas Martiniere
A.N. Martiniere (1706 – 1784) werd maître in 1720 en was een van de meest vooraanstaande emailleurs gedurende het bewind van Louis XV. Hij leverde dan ook aan de meest begaafde klokkenmakers. In een artikel in “Le Mercure de France” van april 1740 wordt vermeld dat de koning een verzoek had ingediend voor een buitengewoon grote geëmailleerde wijzerplaat. Waar andere emailleurs geen garantie voor het juiste resultaat konden geven, voerde Martiniere dit kunststuk tot grote tevredenheid van de koning uit. Een jaar later werd Martiniere benoemd tot Pensionnaire du Roi.

Periode
ca. 1745
Materiaal
vuurverguld brons, geƫmailleerde wijzerplaat
Signatuur
JEAN BAPTISTE BAILLON
Referentie
100-377
Afmetingen
65 x 37 x 13 cm

Aangeboden door

Kollenburg Antiquairs BV

Postbus 171
5688 ZK Oirschot
Nederland

+31 499578037
+31 655822218
http://www.kollenburgantiquairs.com/

Gallerie profiel

Ontdek ook


Volg ArtListings


Site by Artimin