Aangeboden door Kollenburg Antiquairs BV
Het uurwerk heeft een achtdaags gaandwerk. Het slagwerk op sluitschijf slaat de hele uren op een grote bel en de halve uren op een kleine bel. De speeldoos met tien melodieën slaat ieder uur een gekozen melodie met 21 hamers op 13 bellen. Zowel het slagwerk als het speelwerk kunnen ieder op opvraag gerepeteerd worden middels een koordje.
De geëmailleerde wijzerplaat toont de uren in Romeinse cijfers en de minuten in Arabische cijfers, en is in het centrum in rood emaille gesigneerd; Dd Fc Dubois a Paris. Het uurwerk is op de achterplatine gesigneerd D.F.DB. David-Frédéric Dubois werd toegelaten tot het gilde in 1780 en vestigde zich in de Rue Saint-Honoré in 1781.
Kast
Het uurwerk huist in een verguld ronde kast welke behangen is met een laurierguirlande met een zwierige strik en bekroond wordt door een urn met een guirlande. Het geheel wordt op de rug gedragen door een staande leeuw met een bal onder zijn voorpoot. De leeuw is geplaatst op een verguld bronzen basement. De klokkast is geplaatst op een grijsgelakte doos welke rijkelijk versierd is met verguld brons en waarin het speelwerk huist. Het speelwerk is zowel via de voor- als achterzijde toegankelijk middels een scharnierend ajour rasterwerk met zijdenbespanning.
De compositie van de verguld bronzen leeuwpendule werd mogelijk gebaseerd op een ontwerp van François Vion, maar werd uitgevoerd door de Parijse bronzier Marie-Joseph Cottin, welke toegelaten werd tot het gilde in 1772.
François Vion (ca. 1737-ca. 1790) was één van de meest vooraanstaande bronziers in zijn tijd. Hij werd maître in 1764. Hij specialiseerde zich in klokkenbehuizingen. Veelvoorkomend zijn zijn ontwerpen met dieren. De klokken zijn over het algemeen klein van formaat, en onderscheiden zich door de originaliteit van het ontwerp en de bijzonder hoogwaardige afwerking en mate van detaillering. Veel klokken van zijn hand hebben hun weg gevonden naar koninklijke paleizen.
Literatuur:
Jean-Dominique Augarde, Les Ouvriers du Temps, fig. 268 p. 364
Pierre Kjellberg, La pendule Française, 1997, p. 279
Site by Artimin