Uurwerk
Het uurwerk met ankergang heeft een loopduur van een maand en wordt aangedreven door twee veren in een veertrommel met sneks. De platines zijn met elkaar verbonden middels zeven pilaren en herbergen het uurwerk. Het slagwerk slaat op de hele uren met een hamer op een grote bel. Middels een pull-repeater, wordt het slagwerk aangestuurd om de uren en kwartieren te slaan op aanvraag. Op de achterplatine zit een losse vergulde rijk gegraveerde plaat, waarachter de slinger zich bevindt, met hierop de signatuur in een cartouche: Christopher Schöner Augsburg.
Johann Christoph Schöner werd voor 1660 in Wenen geboren, maar vestigde zich in Augsburg. In 1681 trouwde hij met Anna Barbara Greiner, de weduwe van klokkenmaker Rochus Stressler, en kon vervolgens in 1681 zijn eigen bedrijf opzetten en een enorme productiviteit bereiken. Talloze werken van hem zijn bekend en verspreid in diverse nationale en internationale musea en particuliere collecties. Deze omvatten tafelklokken, zakhorloges, astronomische klokken en soms zonnewijzers. Zeer bekend is de rijkelijk versierde zilveren, deels vergulde klok in het Beierse Nationaal Museum, waarvoor hij het uurwerk maakte.
Wijzerplaat
De verguld bronzen wijzerplaat heeft een verzilverde cijferring die de uren in Romeinse cijfers toont en de minuten in Arabische cijfers. In de vier hoeken van de wijzerplaat bevinden zich secundaire cijferringen. Met de onderste twee kan men de slinger door middel van een beugelmechanisme vastzetten voor transport. Linksboven kan men het slagwerk aan- en uitzetten, en rechtsboven kan men manueel de maanden instellen.
Het rijk bewerkte verguld bronzen centrum heeft twee opwindgaten, en onder de XII een slingerverklikker en daaronder een baan met inscriptie; Augsburg. Boven de IV bevindt zich een gegraveerde cartouche met de signatuur: Schüenner.
Kast
Het uurwerk is geplaatst in een eenvoudige rechthoekige kast met een eiken kern, welke is gefineerd met een zeer rijk decor van schildpad, en parelmoer. De marqueterie toont elegante florale motieven met op de hoeken van de deur allegorieën van de vier jaargetijden. Het slot wordt omgeven door een mascaron, en aan de overzijde van de deur staat een Cupido. De kast rust op een uitlopende en geprofileerde plint die gedragen wordt door vier afgeplatte verguld messing pootjes. Ook aan de bovenzijde van de deur bevindt zich een geprofileerde plint. De klok wordt bekroond door een ajour gedreven verguld koperen sarcofaagvormige hoed, de zogenoemde basket. De klok kan gedragen worden middels een handgreep aan de bovenzijde van de basket.
De marqueterie kan op basis van de periode, het gebruikte materiaal en de kwaliteit worden toegeschreven aan de in Augsburg werkzame Johann Georg Esser (1652-1727), die vaak samenwerkte met de verder onbekende Wolfbauer. Samen maakten zij onder andere meerdere rijkelijk ingelegde meubelen in commissie voor de Kurfürst Max Emanuel.
Literatuur:
Gerhard Hojer en Hans Ottomeyer, Die Möbel der Residenz München II; Die Deutschen Möbel des 16t bis 18t Jahrhundert, 1996, p. 82-94
Site by Artimin