Miró in het Rijksmuseum

Gastconservator Alfred Pacquement, voormalig directeur van Centre Pompidou in Parijs, selecteerde beelden van Miró uit de periode 1966–1982. Ze worden in bruikleen gegeven door internationale musea en particulieren waaronder de Successió Miró (Palma de Mallorca), Fundació Pilar i Joan Miró (Palma de Mallorca), Fundació Miró (Barcelona), ‘La Caixa’ Collection of Contemporary Art (Barcelona), Fondation Maeght (Saint-Paul-de-Vence), Fondation Beyeler (Riehen), Galerie Lelong (Parijs), Museum Frieder Burda (Baden-Baden) en de Provincie Balearen op Mallorca. Eenentwintig beelden staan in de openlucht. Twee werken, waaronder het prototype van Oiseau lunaire uit 1966, zijn binnen in het Atrium te zien.

Joan Miró (1893– 1983), telg uit een Barcelonese kunstenaarsfamilie(zijn vader was goudsmid, zijn oma meubelmaker) is beroemd om zijn dromerige schilderijen met magische gestaltes, dieren, zonnen en sterren. Dat er in Miró ook een beeldhouwer schuilde is minder bekend. Zijn beeldenoeuvre komt echter pas na zijn 40ste op gang, maar beslaat bijna 400 werken.

Miró maakt twee typen sculpturen. Van beide soorten zijn in de tentoonstelling voorbeelden zien. Aan de ene kant zijn er de assemblages van voorwerpen uit de natuur (keien, boomstronken, wortels) of uit het dagelijkse leven (hooivork, kraan, etalagepop). Daarnaast beeldhouwt hij volumineuze gestalten met ronde en sensuele vormen die herinneren aan zijn geschilderde figuren. Miró werkt het liefst met brons, dat hij soms in felle kleuren beschildert.

De viermeter hoge Oiseau lunaire maakt haar publieksdebuut. Dit beeld heeft, sinds het in de jaren tachtig in brons werd gegoten, het depôt van zijn New Yorkse opdrachtgever nooit verlaten. Onlangs kwam het in Europees privébezit. De Miró’s zijn van 19 juni t/m 11 oktober te zien in de Rijksmuseumtuinen, dagelijks gratis toegankelijk van 9-18 uur.

Foto: Joan Miró, Femme, 1981. Museum Frieder Burda Baden. © Olivier Middendorp