Een forse man in een rode trui is op zijn rug gevallen, hij heeft al enkele tanden verloren. Aan de rechterzijde staat een man met opgeheven stok op het punt hem een flinke klap te geven, maar hij wordt tegengehouden door een man aan zijn rechterzijde die op zijn beurt een stok tegen zijn borst duwt. Aan de linkerzijde staat een jongen die geschokt twee handen voor zijn mond slaat met achter hem twee jammerende vrouwen die hun armen wanhopig in de lucht steken.
Het geheel speelt zich af op een grond bezaaid met stro, met een omgevallen kookpot en een grommende hond. Rechts onder staan de woorden “AL-ARM” geschreven. Deze spreuk komt vaker voor op werken van Van de Venne en betekent zoiets als “allen arm”, waarmee Van de Venne het bedelvolk in het algemeen bedoelde. De spreuk verwijst tevens naar de uitroep “alarm” dat staat voor het Franse “te wapen”.
Site by Artimin