Aangeboden door Kollenburg Antiquairs BV
Een paar agaten coupes met een uitgesproken verguld bronzen montering. De coupes staan op een ronde voet met een klassiek decor van gestileerde acanthusbladeren in rechthoekige cartouches rondom. De voet loopt iets concaaf naar boven uit waar de stam van de coupe geplaatst is op een blauw agaten rond plateau welke aan de voet van de stam gesierd wordt door een verguld bronzen ornament in de vorm van afhangende acanthusbladeren. Vanuit deze montering ontspringt de balustervormige blauwe agaten stam die aan de bovenzijde weer gesierd wordt door verguld bronzen monteringen. Deze dragen de gelobde ovale coupes, gesneden uit rood-gemêleerd agaat. Vanuit de bronzen band met florale motieven rondom, welke de vorm van de coupes volgt, ontspringen aan beide zijkanten de sierlijke vuurvogels met uitgestrekte vleugels en opengesperde bekken, die met hun lange gekrulde staarten de vorm van de coupe aan de onderkant volgen en zo leunen op de bronzen monteringen onder de coupes. De feniksen, die een vliegende beweging maken, geven de impressie de coupes te dragen. De bovenzijde van de coupes wordt bedekt door een opengewerkte deksel die aan de bovenzijde uitloopt in een tweede brede band, die het decor van de couperand echoot. Hierboven wordt de deksel afgesloten door een kornalijnen schijfje, waarboven het geheel wordt bekroond door een agaten vrucht met daarboven palmbladeren en een halfgeopende bloemknop.
De gesneden agaten coupes zijn een typisch voorbeeld van hergebruik. De coupes zijn vermoedelijk in het oosten van het tegenwoordige Duitsland vervaardigd in de 17e eeuw. Waarschijnlijk zijn zij in die tijd ook gemonteerd geweest, naar de smaak van die tijd, in zilveren of gouden monturen. Dergelijke zeldzame objecten werden hergebruikt om ze weer te laten voldoen aan de geldende mode en zo tot een nieuw exclusief resultaat te leiden.
Eén van de kenmerken van agaten objecten in paren, was hun extreme zeldzaamheid. Dit kwam niet alleen voort uit het mineralogische karakter van de steen, waarvan homogene blokken moeilijk te vinden zijn, maar vooral uit de oneindige risico's van breuk tijdens het snijden bij het proberen een dergelijke fijnheid te bereiken. Het was daarom erg moeilijk om twee stukken van vergelijkbare grootte te bemachtigen, zodat de mogelijkheid om ze als paar samen te stellen als uitzonderlijk gezien kan worden. De luxueuze agaten objecten vormen een link tussen wetenschap en beeldende kunst; ze tonen het mineraal en zijn geologische eigenschappen, alsook de schoonheid van de steen die door de wijze waarop hij bewerkt is en de toepassing die eraan gegeven wordt zowel een vervulling is van een functionele behoefte als een tentoonstelling van al zijn esthetische kwaliteiten. De bronzen monteringen geven het materiaal een podium en accentueren de natuurlijke schoonheid van de steen.
Tijdens de tweede helft van de achttiende eeuw was de belangstelling voor mineralogie in Rusland volgens Catharina de Grote een algemene ziekte geworden. Catharina zag het als een modegrill, een bevlieging die door de rijken van dat moment gevolgd werd. Zij verzamelden oude stenen, al dan niet geslepen, en lieten die soms monteren.
Aleksandr Stroganoff was een van deze verzamelaars. Toen hij zijn paleis aan het Nevski Prospekt in 1791 liet verbouwen voegde hij een omvangrijk mineralenkabinet toe. De wetenschappelijk belangstelling van Stroganoff voor mineralen ging duidelijk over in een liefde voor decoratieve voorwerpen die van mineralen werden gemaakt. Stroganoff werd in 1800 directeur van de Keizerlijke steenhouwerij. Deze Steenhouwerij of Slijperij van Peterhof was de eerste Russische fabriek voor het bewerken van steen. Zij werd op last van peter de Grote in 1721 nabij St Petersburg gesticht toen het park en paleis Peterhof werden gebouwd. De fabriek was gespecialiseerd in het bewerken van kleine stukken steen uit de Oeral en Altaï. Deze fabriek zorgde voor de opleving van de belangstelling die door verzamelaars als Stroganoff werd aangewakkerd. Zij kochten ook oude geslepen stenen in Europa om daar kunstvoorwerpen van te laten maken. Deze voorwerpen waren niet alleen voor hun eigen verzamelingen bedoeld maar ook om te verhandelen of ten geschenke te geven aan buitenlandse diplomaten.
Een beroemd voorbeeld van een buitenlandse diplomaat die in Rusland bevangen werd door het mineralogische virus was Alexander 10th Duke of Hamilton, die in 1807-1808 ambassadeur voor de Britten was in St Petersburg. Hij kreeg of kocht een aanzienlijke collectie bewerkte, al dan niet gemonteerde geslepen stenen die Hamilton Palace sierden. Christie’s organiseerde in 1882 een grote veiling met de topstukken uit het paleis. De verzameling was dermate groot dat de veiling werd verdeeld over 16 veilingdagen, en de Hamilton Palace Collection veiling behoort nog altijd tot één van de meest beroemde en succesvolle veilingen van het veilinghuis. Gemonteerde objecten behoorden tot de topstukken van deze veiling. Hier werden zij gekocht door grote verzamelaars als de Rothschilds die de liefde voor geslepen stenen aan het eind van negentiende eeuw hadden overgenomen van de Russen.
Russische vergulde bronzen
Aan het eind van 18e eeuw en in het eerste kwart van de 19e eeuw was de Franse stijl uitermate populair en alom vertegenwoordigd in Europa. De afzetmarkt voor de typische vergulde Franse bronzen was dermate groot, dat bronziers uit Parijs werkplaatsen vestigden in belangrijke Europese steden zoals Berlijn, Warschau, Stockholm en München. Ondanks de grote voorliefde van de rijke Russische adel voor de Franse stijl, was het voor de Franse bronziers onmogelijk om in Rusland voet aan de grond te krijgen vanwege de restricties onder Paul I die dicteerden dat er geen Fransen in Rusland mochten werken. Hierdoor hadden de meeste bronziers in Rusland een Duitse of Zweedse achtergrond. Ondanks de afwezigheid van de bronziers in Rusland, was er wel degelijk een zeer grote vraag naar verguld brons uit Frankrijk. Door de hoge invoerrechten die golden voor de objecten uit Frankrijk, waren de prijzen tot enorme hoogten gestegen. Hierdoor ontstond een levendige smokkelmarkt waarbij bronzen objecten uit Frankrijk via de zwarte markt toch het land binnenkwamen.
Tsaar Alexander I, die in 1801 de troon besteeg, intensiveerde de controle op Franse smokkelwaar, terwijl de binnenlandse bronsateliers juist subsidies ter stimulans ontvingen. Hierdoor ontstond een heel aantal nieuwe ateliers waar de bronziers de financiële en artistieke ruimte kregen om zich te ontwikkelen. De meesten hiervan waren echter een kort leven beschoren. Dit had onder andere van doen met de manier waarop in de Russische ateliers gewerkt werd. Er werden namelijk nauwelijks ontwerptekeningen of schetsen gemaakt, waardoor er weinig lijn was voor de bronziers. Een belangrijke uitzondering hierop was A.N. Voronikhin (1759-1814), die was opgeleid in Frankrijk en daardoor zeer vertrouwd met de Franse stijl. Hij maakte vele ontwerptekeningen welke door hun duidelijke stijl houvast gaven aan de Russische bronziers en daarmee de basis vormden voor de zich ontwikkelende zeer eigen Russische stijl. Ook de Zwitserse bronzier Pierre Marie Louis Agis (1752-1828) was van grote invloed, ondanks zijn zeer korte carrière bij de State Stroganov Bronze Factory. Hoewel hij minder dan een jaar actief was bij de fabriek, kocht de staat bij zijn vertrek al zijn schetsen, mallen en vormstukken, waardoor men nog jaren kon teren op zijn artistieke invloed. Tot 1810 werd de fabriek gerund door A.F. Bestuzhev, een protegé van graaf Stroganoff. Hierna keerde Agis weer terug tot aan het faillissement van de fabriek in 1812.
Site by Artimin