De commode toont een typische Transition-vorm met een rechthoekig lichaam en overhoeks geplaatste stijlen, enigszins gebogen vooruitspringende lage poten en een middendeel dat naar voren komt en een groot schort toont. De onderregels van de zijkanten zijn gegolfd en geknikt. De commode heeft twee laden zonder middenstijl.
De decoratie is eenvoudig van vorm: de overhoekse stijlen tonen faux-cannelures van bois teinté en zowel het front als de zijkanten zijn gedecoreerd met vlindervormig gefineerde panelen in smalle lijsten van bois teinté met op de hoeken meanders (grecques). De maker heeft het decoratieve patroon en de contrastrijke mogelijkheden van de verschillende houtsoorten ten volle uitgebuit, waardoor de commode een zeer rijk aanzien heeft gekregen.
Ook het beslag draagt veel bij aan die rijke uitstraling. Het bestaat uit vier sabots in overgangsstijl (Transition), een groot asymmetrisch schortstuk en eveneens asymmetrische sleutelplaten in Rococo-stijl, opgebouwd uit C- en S-voluten en bladmotieven. De hoekbeslagen op de stijlen en de vier ladetrekkers zijn in Louis XVI-stijl. De hoekbeslagen bestaan uit een triglyfen-fries met bladguirlande. De trekkers bestaan uit rozetten omringd door een krans van laurierblad en worden bekroond door strikken.
Site by Artimin