Aangeboden door Kollenburg Antiquairs BV
Een elegant ovaal schrijftafeltje in Transition-stijl. Het tafeltje staat op vier licht gewelfde poten die zich naar onder toe verjongen en eindigen in verguld bronzen sabots. De tafel is voorzien van een verguld bronzen rand met daarop een opengewerkte galerij in de vorm van afwisselend grote en kleine met elkaar verbonden ringen met aan de bovenzijde een gladde rand. De galerij is onderbroken aan de voorzijde van de tafel. Het tafelblad is ingelegd met een ovaal van rasterwerk in ruiten van sycamore afgezet met biezen van palmhout en ebben. Daaromheen een band van rozenhout en een band in bois-teinté in de vorm van een lauwerkrans die aan vier zijden wordt bijeengehouden door een gekruist lint. De krans is ook versierd met rode besjes aan het eind van de bladmotieven, die hun kleur wonderbaarlijk goed hebben behouden. De buitenste rand van het tafelblad is opnieuw van rozenhout waarvan de nerf naar het midden van het blad is gericht.
Het fries van het tafelblad is gefineerd met rozenhout met op elk van de vier zijden een band met een herhaling van het ruitmotief van het bovenblad. Opmerkelijk is dat deze band steeds aan de rechter- en onderzijde met een donkere bies in ebben is afgezet en aan de linker- en bovenzijde met een lichte bies in palmhout. Dit geheel geeft een speels effect en creëert diepte in het aanzicht.
Aan de voorzijde, onder het deel van het tafelblad waar de galerij ontbreekt, bevindt zich een uittrekbaar schrijfblad dat met groen leer is bekleed. Aan de rechterzijde bevindt zich een afsluitbare lade, met daarin een verzilverde inktpot en zandstrooier.
Tussen de poten bevindt zich een “plateau d’entrejambe” dat aan drie zijden is afgezet met een verguld bronzen stootrand. Aan de voorzijde ontbreekt de stootrand en is het blad tussen de poten voorzien van een uitsparing om ruimte te bieden aan de benen van de gebruiker. De marqueterie is een voortzetting van de decoratie van het bovenblad, maar dan zonder de lauwerkrans.
Aan de bovenzijde ter hoogte van het fries zijn de poten gedecoreerd met verguld bronzen ornamenten die aan de bovenzijde de vorm van een kapiteel hebben en aan de onderzijde uitlopen in bladmotieven die de welving van de poten volgen. Om de vorm van de poten te accentueren is zowel aan de voor als achterzijde overhoeks een contrasterend bies in het fineer aangebracht. Samen met het effect van de doorlopende welving aan de binnenzijde van de poten, die zich lijkt door te zetten onder het tafelblad, geeft dit geheel het tafeltje een zeer licht en elegant karakter.
Ovale tafeltjes komen vóór de Transition periode nauwelijks voor, maar in de late Louis XV periode worden ze steeds populairder. De tafeltjes zijn er in vele vormen en hebben diverse functies. Naast schrijftafeltjes zijn er bijvoorbeeld ook speeltafeltjes en “tables à petit déjeuner”.
Dit tafeltje is vervaardigd door Nicolas Petit (1732-1791). In de literatuur wordt hij Nicolas Petit I genoemd, omdat in de zelfde periode een meubelmaker met de zelfde naam, Nicolas Petit II (1730-1797), werkzaam was. Het werk van Nicolas Petit I was echter superieur aan dat van zijn naamgenoot. Nicolas Petit werd geboren in Chaource en werd maître ébéniste en marchand ébéniste in Parijs in 1761. Hij vestigde zich in de faubourg Saint-Anthoine. Zijn onderneming kwam echter pas tot bloei na het overlijden van zijn eerste vrouw in 1765.
Petit vervaardigde een groot oeuvre aan meubelen in zowel kwantiteit, als diversiteit en kwaliteit. Hij maakte grote bergmeubelen alsook commodes, schrijfmeubelen, consoles, encoignures, chiffoniers en kleine tafeltjes. Ook zijn van zijn hand kasten voor ‘horloges de parquet’ bekend. Doorgaans zijn de meubels gedecoreerd met marqueterie, maar soms ook in lak. Ook de diversiteit in decoratie is groot, van uitbundige bloemen-arrangementen tot gestileerde geometrische patronen.
Literatuur:
Anne Droguet, Les Cahiers du Mobilier, Nicolas Petit, Les Éditions de l’Amateur, Paris, 2001
Site by Artimin