Een paar drielichts wandappliques in de vorm van pijlenkokers. Uit de console, boven de gecanneleerde toorts-vormige basis ontspruiten drie armen met elk een kaarsenhouder. De console is gedecoreerd met afhangende guirlandes en een ramskop. De armen zijn S-voluutvormig gedecoreerd met gebruneerde vlakken en afhangend acanthusblad. De bobêches zijn gedecoreerd met bladmotieven en een gestileerde rand. Daarop urnvormige gecanneleerde kaarsenhouders. De bovenzijde wordt gevormd door een rand met cirkelmotieven en daarboven de bevedering van de pijlen in de koker. Het geheel hangt aan gestileerde strikken.
Opvallend zijn de aan de Klassieken ontleende architectonische details. Objecten in de strakke Louis XVI-stijl werden vanaf ca. 1755 vervaardigd als een reactie op de beweeglijke Louis XV (Rocaille en Rococo)-stijl. Het werk werd “goût grec” genoemd, hoewel het voornamelijk ontleend werd aan de toen recente archeologische opgravingen in Pompeii en Herculaneum in het, in het huidige Italië gelegen, koninkrijk Napels.
Deze appliques zijn toegeschreven aan Jean-Louis Prieur.
Literatuur:
Hans Ottomeyer & Peter Pröschel, Vergoldete Bronzen, Die Bronzearbeiten des Spätbarock und Klassizismus, München 1986, p. 173